Soort risico | Klimaat + kantoor ergonomie |
Soort informatie | Minimum eis |
Type oplossing | Informatie |
Mate van Bronaanpak | Bronaanpak |
Productiesnelheid | nvt |
Invoertermijn | 1 jaar |
(Ergonomie) effecten
Voorkomen te warme of te koude werkomgeving.
Specificaties en uitgebreide beschrijving oplossing
In de Arbowet zelf zijn geen eisen gesteld ten aanzien van het binnenklimaat op de werkplek.
Wel geeft de Arbowet een algemeen kader waarin arbeidsomstandigheden in het algemeen (dus ook met betrekking tot thermisch binnenklimaat) worden genoemd. Artikel 3, lid 1 van de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) staat dat de werkgever er naar moet streven de arbeidsomstandigheden zo goed mogelijk te maken, tenzij dit redelijkerwijs niet haalbaar is.
In het Arbo besluit staat verdere informatie omtrent klimaatomstandigheden in artikel 6.1 en 6.2. Zie onderstaand document voor de volledige inhoud.
De norm NEN-EN ISO 7730 is van toepassing op het thermisch binnenklimaat in kantooromgevingen. In deze norm is het kantoorklimaat uitgewerkt. In een kantooromgeving hoort het binnenklimaat optimaal te zijn. Tot het binnenklimaat worden onder andere gerekend:
– Temperatuur
– Luchtvochtigheid
– Luchtsnelheid
– Ventilatie
Een goed binnenklimaat regelt men met technisch voorzieningen als verwarming, koeling en ventilatie. Afhankelijk van de bezetting, warmteproductie en de eigenschappen van het gebouw moet voor elke situatie op maat bepaald worden welke technische installaties nodig zijn.
Tevredenheid gebruikers in kantooromgeving
Er is sprake van een thermisch behaaglijk binnenklimaat wanneer mensen geen behoefte hebben aan een hogere of lagere temperatuur. Daarom wordt thermische behaaglijkheid uitgedrukt in de mate waarin men hierover tevreden is.
In de norm NEN EN ISO 7730 wordt de beoordeling van gebruikers over het thermisch binnenklimaat. bepaald. Dit wordt aangegeven met de ‘Predicted Mean Vote’. De Predicted Mean Vote wordt uitgedrukt in een getal tussen de -3 en 3. Bij het getal 0 (neutraal, niet te koel, niet te warm) zijn de gebruikers – gemiddeld genomen – het meest tevreden over het binnenklimaat in een ruimte. De betekenissen van enkele PMV waarden zijn:
+3 enigzins heet
+2 warm
+1 enigzins warm
0 neutraal
-1 enigzins koel
-2 koel
-3 koud
In de praktijk mag deze norm overschreden worden, het is niet mogelijk om voortdurend een PMV van 0 te realiseren. Er zijn verschillende methoden die berekenen hoeveel overschrijding er mag plaatsvinden en afhankelijk van deze methode wordt het maximum aantal overschrijdingsuren bepaald. Er wordt gestreefd naar het tevreden gebruikers, uitgedrukt in de PMV, tussen een bepaald gebied te houden, bijvoorbeeld tussen een PMV van -0,5 tot 0,5
Toevoer verse lucht kantooromgevingen
Voor een goede zuurstofvoorziening in een ruimte is het noodzakelijk dat verse lucht toegevoerd wordt en ‘verontreinigde’ lucht wordt afgevoerd. Het ventilatiesysteem moet per persoon per uur minimaal 35 m3 verse buitenlucht aanvoeren (en dezelfde hoeveelheid verbruikte lucht afvoeren). Dit kan gerealiseerd worden door natuurlijke ventilatie (roosters) of mechanische ventilatie. Tocht en vervuiling in de ventilatiekanalen moeten zo veel mogelijk voorkomen worden.
Het toepassen van de norm NEN EN ISO 7730 zal voornamelijk door deskundigen plaatsvinden, gezien de complexiteit en de uitgebreide toepassingsmogelijkheden.
Voor uitgebreide informatie en richtlijnen over thermisch binnenklimaat in kantooromgevingen zie de norm NEN-EN ISO 7730.
Randvoorwaarden
Techniek
- Goede installaties.
- Onderhoud aan installaties.
Organisatie
- Juist instellingen installaties.
Implementatie
Geef dit mee aan uw technische dienst, installateur en onderhoudsbedrijf.
Alle normen zijn te bestellen via: www.nen.nl